De kiem voor Bij mij thuis ontstond bij een gemeentelijk overleg, vertelt Marijn Swarte, projectleider cultuurparticipatie van Cultuurbedrijf RIQQ. “Een jaar of vier geleden had de gemeente Rheden het thema armoede op de agenda. Ze wilden daar iets mee doen en zijn toen om tafel gaan zitten met verschillende hulpverlenende organisaties. Het ging vooral over percentages en getallen, maar op een gegeven moment kwam ook de vraag naar voren: hoe maak je dit nu invoelbaar? Hoe zorg je dat deze problematiek een gezicht krijgt?”
De keuze voor theater
Marijn ging hiermee aan de slag en koos voor theater dat zich richt op middelbare scholieren. “Jongeren kun je iets meegeven. Ze zitten in een leeftijd waarin discussies mogelijk zijn. Ze gaan er open in, zitten nog minder vast in hun leven.”
Theater is een mooi middel om iets met armoede te doen, volgens Jolanda de Groot, artistiek leider van Theater AanZ. “Theater verbindt en troost. Iedereen kan zich ermee identificeren. Je gaat mee in het verhaal.” Maar het theater is ook een plek waar jongeren uit armere milieus juist niet zo snel komen, stelt ze. “Daarmee raakt het thema aan theater zelf. Het is belangrijk dat alle jongeren de mogelijkheid hebben om te leren genieten van schoonheid.”
Complexiteit laten zien
In Bij mij thuis ging het in de eerste plaats over financiële armoede, maar zeker ook over sociale en emotionele armoede. Marijn: “Het is allemaal verweven met elkaar. Vaak begint het met financiële armoede. Dan wordt de sportclub te duur, waardoor vriendschappen minder snel kunnen ontstaan en je sociale kring kleiner wordt.”
Jolanda: “Aan het begin van dit project hebben we lang met elkaar gesproken wat armoede nu precies is. De een ervaart het anders dan de ander. Een van de personages heeft geen financiële problemen, maar ziet haar ouders nooit. Ook daarin zit armoede. We willen het bespreekbaar maken, laten zien dat het complex in elkaar zit. We geven geen oplossingen.”
Cola op nieuwe schoenen
De voorstelling werd gemaakt vanuit leerwerkplaats AanZ || Jong. Regisseur Steef Kersbergen en social worker Robin Cornelissen, allebei afgestudeerd aan ArtEZ en de HAN, vormden samen met de jonge projectleider Martine Temmink een team. Kersbergen en Cornelissen interviewden jongeren uit de gemeente die te maken hebben met armoede en gebruikten dat voor het script. Drie jonge, professionele acteurs zijn vervolgens met de tekst aan de slag gegaan.
Marijn: “Via onder andere een financieel jongerencoach konden Steef en Robin contact met deze jongeren opnemen. Ze spraken hen steeds afzonderlijk.” Jolanda: “Bij het script is erop gelet dat persoonlijke dingen niet te herleiden zijn. Toch kun je sommige details wel gebruiken. Zo knoeit een van de personages cola over zijn prachtige, nieuwe schoenen. Hij heeft die schoenen besteld, maar kan ze eigenlijk niet betalen. Zijn idee was om ze eventjes te showen en ze vervolgens weer terug te sturen. Nu zit hij met een probleem. Ervaringen zoals deze zijn te gebruiken omdat je ze universeel kunt maken.”
Steef Kersbergen schreef het script en Robin Cornelissen keek mee. “Ik lette er vooral op of alles klopte met de praktijk,” vertelt Robin. “Zo wordt er in het stuk iets gezegd over de procedure als je met schulden bij de gemeente aanklopt. In de tekst was iets mis met de stappen die je dan moet nemen. Dat probeer je aan te passen zonder dat het artistieke er onder lijdt.”