Het is een typische uitspraak voor Mamahit, die sinds kort onderdeel uitmaakt van het team van Cultuur Oost, en zich vooral wil gaan focussen op het samenbrengen van wat hij zelf formal en nonformal approaches van kunst en cultuur noemt. Mamahit ziet zichzelf als een soort matchmaker, iemand die met zijn ene been in de wereld van beleidsmakers en subsidies staat en met het andere been in omgevingen waar veelal jonge mensen samenkomen om samen te werken aan kunstprojecten van henzelf en elkaar. Voor hem geen ruimte voor misverstanden over de groepen waar hij over spreekt.
‘Ik kom zelf uit de hiphopcultuur, waar je heel duidelijk ziet hoe mensen die muziek maken heel zelfredzaam zijn, vooral als ze niet getekend hebben bij een platenlabel. Deze muzikanten krijgen dingen op eigen houtje voor elkaar, dat hoort gewoon bij de cultuur: als je iets wil maken, schakel je je directe netwerk in en ga je aan de slag. Geld verdienen is niet zo belangrijk.’ Die zelfredzaamheid is uit noodzaak ontstaan: hiphopartiesten en andere creatievelingen die in de urban scene werken kregen in het verleden doorgaans moeilijk toegang tot subsidie voor wat ze doen. Velen van hen denken hierdoor niet eens na over hoe ze hun werk op plekken krijgen waar ze kans hebben op hulp van grotere instanties. Daar moet volgens Mamahit en zijn collega-matchmakers in andere regio’s verandering in komen door het beeld dat cultuurmakers van kunst hebben op te frissen en tegelijkertijd jonge makers bekend te maken met de mogelijkheden die hij met diezelfde cultuurmakers probeert te creëren. Mamahit wil instituten kennis laten maken met de initiatieven en activiteiten van jonge makers van dit moment en tegelijkertijd die makers introduceren in de wereld van gesubsidieerde organisaties.